De Omo vallei dankt zijn naam aan de Omo rivier (lengte 760 km), die door het zuidwesten van Ethiopië naar Kenia stroomt. De rivieren Gibe en Mago komen uit in de Omo. Opmerkelijk is dat in een klein deel van de Omo vallei zoveel verschillende stammen wonen. De verklaring is mogelijk dat stammen uit omringende landen met hun vee op zoek zijn geweest naar een geschikt en vrij leefgebied.
Tegenwoordig zijn de stammen in de Omo vallei gewend aan toeristen. Weliswaar maken zij er een toeristische attractie van maar door te poseren voor foto’s, is het een aanvulling op hun sobere bestaan.
Welke stammen wonen in de Omo vallei?
De stammen in de Omo vallei leven nog volgens eeuwenoude traditie en trekken rond met hun vee. Toch is elke stam uniek: eigen gebruiken, klederdracht, kapsels, versieringen en huttenbouw. Dit maakt een bezoek aan de Omo vallei tot een unieke ervaring: prachtige mensen, een rijke stammen-cultuur in een afgelegen gebied.
Mayke Tours bezoekt ± 10 stammen in de reis de stammen in zuid Ethiopië. Ook bezoeken we kleurrijke weekmarkten. Van heinde en ver lopen stammen naar de markten.
De weekmarkten van de stammen in de Omo vallei.
Wekelijks komen de stammen uit de Omo vallei naar de markt om boodschappen te doen. Handelaren bieden hun goederen aan, zoals stoffen, schoenen en voedsel. De weekmarkt is van grote betekenis omdat er in de dorpen geen winkels zijn. Voor de dorpelingen is het een vrije dag om de laatste nieuwtjes te horen. Stammen ontmoeten er hun familie en stamgenoten van dorpen verderop. Ook is de markt dé ideale ontmoetingsplek voor jongeren om een huwelijkskandidaat te vinden. Dan wil je mooi en aantrekkelijk voor de dag komen.
In de loop van de marktdag wordt het steeds drukker bij de eigen gebrouwen drankjes (de tej, gemaakt van honing met water en kruiden). Het alcoholpercentage kan hoog zijn en hoe later op de dag, hoe meer mannen en vrouwen diep in het glaasje hebben gekeken. Wanneer je het ook een keer wilt proberen, ga dan naar een café, een tej bets.
Een paar marktdagen op een rij:
maandag is er markt in Turmi
dinsdag en zaterdag in Chencha en in Dimeka
donderdag de Key Afar markt
vrijdag bij de Erbore stam
zaterdag de Jinka markt en de markt in Dimeka
Als je een markt met de stammen in de Omo vallei wilt bezoeken is het verplicht om een lokale gids mee te nemen die de talen spreekt. En de gids vertelt je alles over gebruiken en specerijen op de markt.
De kleurrijke stammen in de Omo vallei
De kleurrijke stammen zijn heel fotogeniek en de camera’s kennen nauwelijks rust. Houdt er rekening mee dat foto’s maken geld kost.
Een korte beschrijving van stammen die echt de moeite waard zijn om te bezoeken.
Zoek je een groepsreis naar de stammen in zuid Ethiopië?
Fraaie kapsels bij de Hamar stam
De Hamar stam is de grootste stam in de Omo-vallei. De Hamar leven vooral van veeteelt en wat landbouw. De Omo rivier is daarom heel belangrijk voor de Hamar.
De Hamar vrouw
De vrouwen hebben dreadlocks die met klei, rode gemalen steen en boter of olie steeds worden bijgewerkt. De armen zijn versierd met koperen ringen; bij het dansen hoor je vrolijk gerinkel van de koperen belletjes aan een riem rond de enkels.
De burgerlijke status van de vrouw wordt op een bijzondere manier kenbaar gemaakt. Een wig, vastgemaakt met metaal aan de halsring, betekent dat deze vrouw gehuwd is. Ook kan je aan de halsring zien of haar man al eerder een vrouw heeft gekozen. Vrouwen dragen gekleurde kralenkettingen terwijl jonge meisjes een kralenketting direct rond hun hals dragen. De rok is versierd met kralen en Kauri schelpen. De schelpen beschermen tevens tegen “boze geesten”. Kenmerkend zijn de tatoe’s op het lichaam van de vrouwen: brede littekens ontstaan door snijden en het verzorgen van de wond met as en houtskool. Door de enorme pijn voor hem te ondergaan, zal de man in slechte tijden ook alles voor hen doen.
De Hamar man
De mannen hebben een ander kapsel. Een van klei gemaakt kapsel achter op het hoofd, dat wel 6 maanden blijft zitten. De klei is gekleurd door speciaal gemalen steen en grondstof. Een kunstig kapsel, dat laag voor laag wordt opgebouwd en bestreken met klei, boter en water. Ter bekroning wordt het kapsel versierd met een veer. Om het kapsel mooi te houden slapen de mannen met een neksteun, een soort krukje. Daar staat tegenover dat overdag het krukje wordt gebruikt om op te zitten.
Mannen dragen een lendendoek. Ze versieren zich ook met oorbellen, dragen kettingen en de polsen en bovenarmen zijn versierd met koperen ringen.
De “bull jumping”
Een bijzonder ritueel van de Hamar is de initiatie van jongen tot man, de “ bull jumping”. De jongen toont zijn moed door naakt over de rug van zeven koeien of ossen te lopen. De ceremonie neemt dagenlang in beslag en wordt voorbereid door familie en vrienden. Terwijl de vrouwen beginnen met het brouwen van sorghum bier arriveren de familie en vrienden op de afgesproken plek. Samen drinken ze sorghum bier. Het lijkt alsof de vrouwen daarvan in trance raken. Dansend en zingend, met aan hun enkels rinkelende belletjes, tonen ze hun loyaliteit aan hun broer of familielid. Ten slotte dagen ze mannen uit om met twijgen op hun rug te slaan. Geen krimp van pijn, hoewel de huid opengaat en bloedt. De zweepslagen geven een emotionele band tussen de vrouwen en de man Het is voor hen een eer, en ze zijn trots op de littekens die overblijven.
Alleen als de jongeman over de koeien heeft gelopen is hij klaar om te trouwen. Meestal volgt aansluitend het huwelijk. Al met al een indrukwekkend ritueel.
De Dassenech met de vele kleurrijke kralen

De Dassenech stam woont in de buurt van Kenia en Soedan in een droge rivierbedding tussen de Omo rivier en het Turkana meer. De stam telt ongeveer 40.000 leden en leeft vooral van akkerbouw en veeteelt. Het vee is van oudsher heel belangrijk: geiten en runderen voorzien in melk, bloed en huiden. De huiden worden gebruikt om rokken voor vrouwen te maken. Ook worden er schoenen en slaapmatten van gemaakt. Als akkerbouw wordt vooral sorghum, mais en bonen geteeld. Van sorghum wordt dan weer bier gemaakt of sorghumpap om te eten.
Wanneer je de Dassanech bezoekt, laat je dan overvaren over de Omo rivier. In een uitgeholde boomstam, die door de lokale bevolking als veerpont dienst doet, word je naar de overkant gebracht. Daar staan de jonge kinderen met hun geitjes te wachten of ze op de foto mogen. Verderop langs de oevers kijken krokodillen slaperig toe.
De stammen in de Omo vallei besteden veel aandacht aan hun uiterlijk
De Dassanech besteedt veel aandacht aan het uiterlijk. Het voorhoofd wordt opgeschoren en de haren worden strak over het hoofd gevlochten. Als bescherming tegen de zon dragen ze een zwarte katoenen doek. De Dassanech kleden zich met traditionele huiden. Volwassen vrouwen dragen een rok van geiten- of koeienhuid, versierd met Kauri schelpen. Het bovenlichaam is bedekt met kleurrijke kralen en kettingen. Om de armen kleurrijke armbanden; de enkels versierd met metalen ringen.
De mannen dragen een geruite doek rond hun middel bovendien versieren zij hun hoofd met veren.
De meisjes zijn klaar om te huwen rond hun 17de en bij de jongens is dat rond hun 20ste verjaardag.
De Dassanech is één van de arme stammen in de Omo vallei. Zij leven in het meest zuidelijke deel van de vallei. Door de aanhoudende droogte is er niet meer genoeg water voor hun vee daardoor hebben ze hun nomadische levensstijl veranderd. De Dassanech is de laatste jaren bekend geworden door hun ambachten. De hutten zijn gebouwd van alle bruikbare materialen die ze vinden langs de kant van de weg. In een dorp kan je de vreemdste uitdossingen tegen komen. Een modeverschijnsel is dat veel versieringen zijn gemaakt van gerecyclede goederen. Anders gezegd, je kan hoofdtooien tegen komen die zijn gemaakt van flessendoppen en oorbellen van sim-kaarten.
Zij weten hoe ze moeten poseren en zijn super fotogeniek!
De Karo stam met prachtig beschilderde lichamen.
De Karo stam heeft zich begin 19de eeuw vanuit Zuid Soedan bij de Omo-rivier gevestigd. Een prachtige plek bij de bocht waar de Mago en de Omo rivier samenstromen. Het is een zeer kleine stam van ongeveer 2.000 stamleden. De meeste Karo’s zijn geiten- en schapenhouders, maar zij leven ook van visserij, landbouw en jacht.
De Karo stam is bekend om de fraai beschilderde lichamen en gezichten. De verf is gemaakt van natuurlijke materialen zoals witte kalk met water of olie. Het zijn creatieve schilderingen met een sociale betekenis. Het gezicht wordt ook met kleurrijke kralen en bloemen versierd. Onder de onderlip hebben ze vaak een lange spijker, stokje of bloem gestoken. De mannen dragen meestal een mooie veer op hun achterhoofd. Ook hier vind je de neksteun, het kleine krukje dat ze gebruiken als hoofdsteun om op te slapen en op te zitten.
Vele andere stammen wonen in de Omo-vallei; ik noem er een paar.
De Banna stam.
Deze stam bestaat uit ongeveer 45.000 stamleden. De stam lijkt op de Hamar, maar het hoofddeksel is een kalebas. Ook de geitenvellen rokken lijken op die van de Hamar, maar die van de Banna loopt aan de achterkant uit in een punt.
De mannen mogen zoveel vrouwen trouwen als ze willen; voorwaarde is wel dat het stamleden van de Banna zijn. De bruidsschat is meestal vee dat de man aan de familie van de bruid moet overdragen. Een man kan ook als beschermheer van een alleenstaande vrouw optreden. Wanneer wordt besloten tot een huwelijk dan moeten zowel jongens als meisjes zijn besneden. Een paar andere stammen in de Omo vallei kennen ook dit ritueel.
De Arbore stam.
Een kleurrijke stam in de Omo vallei, bedekt, met veel kralen en kettingen en prachtige oorbellen. Zij dragen net als de Bank stam een omgekeerde kalebas op hun hoofd, een aangename hoofdbedekking tijdens de regenperiode.
De Bumi of Nyangatom stam.
Deze stam woont in het zuiden van de Omo vallei. Er zijn nog ongeveer 7.000 stamleden die in de eerste plaats leven van de veeteelt. Op de akkers wordt voornamelijk gierst verbouwd, dat wordt gebruikt voor pap of een pannenkoek. De honing wordt verkregen door de bijenkorven uit te roken. Bijzonder is dat de Bumi op krokodillen jagen. De beesten worden met harpoenen vanuit hun boot gevangen.
Zowel bij de mannen als vrouwen is het aanbrengen van littekens een schoonheidsideaal. Daarnaast zijn ze goed te herkennen aan de kleine witte stipjes die rond hun ogen en op de jukbeenderen worden aangebracht.
De Borena stam.
Deze stam leeft helemaal in het zuiden van de Omo vallei bij de grens met Kenia. De Borena wonen bij een groot kratermeer, El Sod, waaruit zij het “zwarte goud”, klompen zout , naar boven halen. Evenzeer zijn de Borena ook bekend om de “Singing Wells”. Uit een diepe put, halen ze het water naar boven dat in de droge tijd hard nodig is. Om het werk lichter te maken wordt er gezamenlijk gezongen.
De Ari stam.
De Ari woont niet in de Omo vallei, maar zeker een bezoek waard. Op hun grote stukken land verbouwen ze graan, koffie en fruit. Bovendien zijn het honingtelers; je komt ze op veel lokale markten tegen met grote potten honing. De stam telt ongeveer 120.000 mensen. De vrouwen dragen rokken die zijn gemaakt van de “engste” bananenboom. Doordat de katoen zijn intrede heeft gedaan is het moeilijk om nog vrouwen te vinden in klederdracht. Speciale aandacht verdienen de huizen. De daken van de hutten zijn bedekt met gras en de muren zijn gedecoreerd met mooie wandschilderingen in natuurlijke kleuren. Vroeger was dat het werk van de vrouwen; nu helpt iedereen mee.
De Mursi stam
De Mursi of Suri is bekend van de schotellippen. Zeer fotogeniek! Ben je nieuwsgierig? Lees dan het artikel over de Mursi stam.
Wanneer je de stammen in het zuiden wilt bezoeken dan kan dat vanuit Turmi, Jinka en Arba Minch. Mayke Tours maakt een groepsreis en maakt maatwerk voor je. Bekijk de reis naar de stammen in zuid Ethiopië.
Wil je een mooi boek lezen over de Ethiopië? Ine Andreoli, schrijft over Ethiopië en verwerkt vele foto’s in haar boeken.